Marjan Meganck

Er gebeurde ook veel moois

Marjan Meganck over haar jaar met borstkanker

Uit Leven • Editie 79 • Juli 2018

Begin 2017 sprak comedian en schrijver Wouter Deprez in Leven over de borstkanker van zijn vrouw. Intussen pikt Marjan (41) de draad van het gewone leven weer op. Over haar ziekte en behandeling schreef ze het boek Het is een ander jaar. ‘Natuurlijk was het heftig, maar ik neem ook positieve zaken mee uit dat jaar. Hoe mensen ons gezin hebben omringd. Hoe ik traagheid nog meer heb leren waarderen.’ 

Auteur: Bart Van Moerkerke • Fotograaf: Lieven Van Assche

Stel je vraag over kanker

Contacteer de Kankerlijn

Bel 0800 35 445
Nu niet beschikbaar
Ma-vrij 9-12u en 13-17u
Chat met de Kankerlijn
Nu offline Beschikbaar op 29/04/2024 om 09:00
Ma 9-12u
Woe 14-17u en 19:30-22:30u

‘Op de eerste dag van de lente, 21 maart 2016, kreeg ik te horen dat ik borstkanker had. Ik had in mijn directe omgeving nog nooit iets gelijkaardigs meegemaakt. Een tante was wel gestorven aan kanker maar dat was ver van mijn bed, ik heb nooit goed beseft wat het betekende. Ik reageerde heel rustig op de diagnose. Ik wou me klaarmaken voor wat kwam, ook al wist ik niet wat dat precies was. Als het me nog eens zou overkomen, zou ik niet meer zo sereen zijn. Nu weet ik hoe beproevend het is: een operatie, chemotherapie, radiotherapie, hormoonbehandeling, revalidatie.’

‘Het schrikbeeld dat iedereen heeft van chemotherapie is de realiteit. Toch heb ik chemo leren zien als een vriend die me zou helpen. Daardoor heb ik de storm die hij in mijn lichaam veroorzaakte kunnen doorstaan. Eigenlijk vond ik de radiotherapie veel moeilijker. Toen ik daaraan begon, was ik al zeer vermoeid door de chemo. Ik had niet meer dezelfde veerkracht en moed. Bovendien vond ik radiotherapie veel traumatischer. Bij chemo ben je omringd door ziekenhuispersoneel, er gingen altijd vrienden mee. Radiotherapie, dat is iets tussen jou en de machine. Ik kon dat niet vatten.’

Marjan Meganck

Informatie

‘In het ziekenhuis kreeg ik beetje bij beetje, gespreid over verschillende maanden, meer informatie over de ziekte en de behandeling. Ik was daar blij om, ik hoef niet meteen alles te weten.'

 

'Ik ben niet iemand die meteen alles opzoekt op het internet of die contact wil met lotgenoten. Ook in het dagelijkse leven laat ik zo weinig mogelijk zaken toe die me kunnen verontrusten. Ik ben zeer gevoelig voor de soms harde realiteit, gebeurtenissen waar ook in de wereld kunnen me heel diep raken. Ook nu wilde ik mijn denken en doen niet laten beïnvloeden door een teveel aan informatie. Er zijn veel mensen die zoveel mogelijk willen weten om meer vat te krijgen op hun situatie. Bij mij is het net het omgekeerde. Als ik het dag per dag neem, is het makkelijker om te dragen.’ 

‘Wouter en ik zijn op dat vlak zeer compatibel. Hij heeft wel behoefte aan informatie. Hij vroeg studies op bij de oncoloog, hij las boeken, hij bekeek de documentaire De keizer aller ziektes, een biografie van kanker. Af en toe zei hij dingen waar ik iets aan had. Dat we niet op zoek moesten gaan naar oorzaken bijvoorbeeld, dat de waarom-vraag verloren energie was, ik had gewoon pech. En toen ik me zorgen maakte over het al dan niet volgen van hormoontherapie, waar ik in het begin zeer weigerachtig tegenover stond, zocht hij er vanalles over op. Op basis van die informatie en gesprekken met de oncoloog heb ik beslist die pillen toch te nemen omdat het belangrijk is voor mijn herstel.’

Vertellen

‘Wouter heeft onze kinderen Joshua en Otis, ze waren op het moment van de diagnose acht en vijf, al heel snel verteld dat ik erg ziek was en dat het lang zou duren om helemaal te genezen. Zij deden daar helemaal niet zo dramatisch over.'

 

'Als ik functioneerde, hadden we samen een gewone dag. Als het niet ging, beseften ze plots weer “Ah ja, je hebt kanker”. Ze konden het gewoon vergeten, dat was zeer verfrissend. Otis was nog niet schoolplichtig, hij heeft vaak bij mijn moeder en bij andere mensen gelogeerd. Na een half jaar was hij het beu om altijd op vakantie te moeten. Dat was wel grappig: het jaar dat ik thuis zat en niet weg kon, was voor hem bijna een vakantiejaar.’

Ik wilde het nieuws helemaal niet brengen aan iemand die ik graag zie. Ik wilde hem of haar geen pijn doen en zo dicht bij de ziekte brengen.

‘Het was ook Wouter die de mensen in onze omgeving op de hoogte bracht van het slechte nieuws. Dat was goed. De paar keren dat ik het zelf heb verteld, werd ik meteen veel emotioneler dan ik me eigenlijk voelde. Omdat mensen vaak zelf emotioneel reageerden natuurlijk, maar ook omdat ik het nieuws helemaal niet wilde brengen aan iemand die ik graag zie. Ik wilde hem of haar geen pijn doen en zo dicht bij de ziekte brengen. Uiteindelijk heb ik die knop toch kunnen omdraaien en ben ik gaandeweg heel open geworden over mijn ziek zijn. Ik heb beslist me niet meer te verbergen en te tonen wat het is om kanker te hebben.

 

'De mensen die ervoor kozen om erbij te zijn en die ons mee wilden dragen, toonde ik het volledige plaatje. En toch zeggen vrienden vaak dat ze in mijn boek nog veel gelezen hebben wat ze niet wisten, over hoe het echt met me ging.’ 

‘Het was helemaal niet de bedoeling om een boek te schrijven. Na de start van de chemotherapie heb ik een eerste brief op Facebook gepost. Ik wilde mijn familie, vrienden en kennissen laten weten wat het is om kanker te hebben, hoe heftig chemo is. Ik koppelde er ook allerlei beschouwingen aan. Veel mensen bleken er iets aan te hebben, ze spoorden me aan om brieven te blijven schrijven. Zij en Wouter waren het die me na afloop van de behandeling zeiden dat ik er iets moest mee doen. Maar brieven zijn nog geen boek. Gelukkig had ik tijdens dat jaar een dagboek bijgehouden. Daar stond in hoe ik me op elk moment voelde. De combinatie met de meer beschouwende brieven werkte.'

'Ik heb er ook mooie berichten in opgenomen die vrienden me tijdens mijn ziekte stuurden. Ze laten zien hoe iedereen op zijn of haar manier reageert, zo schoon. En ten slotte staat in het boek wat droge informatie. Wat is kanker? Wat is chemotherapie? Ik vond het zeer vervelend om dat altijd weer te moeten uitleggen. Als dat min of meer parate kennis is, zou het veel makkelijker zijn. Dat deel van het boek is dus vooral bedoeld voor mensen uit de omgeving van kankerpatiënten.’

Marjan Meganck
Marjan Meganck
Marjan Meganck

Mooie dingen

‘Het is fantastisch hoe familie en vrienden ons tijdens mijn ziekte hebben omringd. Er is een zeer dicht geweven web van draagvlak en zorg ontstaan. Sommigen kwamen elke week een dag naar hier, om te koken, om de kinderen van school te halen, om me te troosten en te steunen, gewoon om er te zijn. Anderen stonden paraat als het even minder goed ging. Er zijn ons zeer veel mooie dingen overkomen. Wouter en ik zijn tijdens dat jaar getrouwd. We zijn met de familie uit eten gegaan, maar een groot feest zat er niet in. Een groepje vrienden heeft hier in de tuin een concertje georganiseerd. Ik was zeer zwak op dat moment, maar vanuit de tuinzetel heb ik alles vanop de eerste rij meegemaakt. Ze brachten het sociale leven naar ons huis.’

Eigenlijk was het fysieke aspect van de ziekte het enige waar ik alleen door moest. Dat kun je niet aan iemand anders geven.

‘Want kanker haalt je natuurlijk wel weg uit het dagelijkse leven, uit de maatschappij. De overgang was voor mij wellicht minder groot dan voor anderen omdat ik niet buitenshuis werkte maar van thuis uit met mijn vzw projecten in Zuid-Afrika opzette. Maar toch. Je moet veel zaken laten, ook sociaal. Naar een feestje gaan en met drie jassen en een muts op de hele tijd in de zetel liggen, daar heeft niemand iets aan. Een etentje met Wouter ging soms wel, als ik aangaf dat het kon, vaak pas een uur op voorhand. Als mijn zussen langskwamen, wilde ik soms per se naar buiten, met de fiets. Maar een andere keer geraakte ik gewoon niet uit mijn bed.’

‘Eigenlijk was het fysieke aspect van de ziekte het enige waar ik alleen door moest. Dat kun je niet aan iemand anders geven – ook al zei Wouter dat hij dat graag een weekje had willen overnemen. Op momenten dat ik fel verzwakt was door de chemo kon ik me wel eens eenzaam voelen, dan raakte ik soms de hoop wat kwijt. Gelukkig was dat meestal snel voorbij.’

Traagheid

‘Mijn leven stond op een bepaalde manier in pauze, maar die traagheid had ook iets moois. Ik ben sowieso niet gemaakt voor deze vluchtige, haastige wereld. Ik heb tijd nodig om dingen tot mij te laten komen.'

 

'Door de kanker heb ik de traagheid nog meer leren waarderen. Een dag ging bijna niet vooruit, maar het was een mooie leegte. Ik voelde me vaak mentaal helemaal in evenwicht omdat ik tijd had om bij alles stil te staan. Ik kon mijn gevoelens zeer goed duiden. Waarom ben ik boos of gefrustreerd? Wat maakt me blij? Ik heb de seizoenen heel bewust meegemaakt, vaak in de tuin onder de appelboom. De bloesems in de lente, ik zat daar helemaal in. Nu kijk je een week niet en je hebt ze gemist. Ook vrienden die een dag kwamen inspringen, hebben die traagheid ontdekt. Ze vertelden me dat het ook voor hen bijzondere momenten waren, er moest niets. Ik probeer het positieve van dat jaar zoveel mogelijk vast te houden. Maar nu het leven weer min of meer zijn gewone gang gaat, gebeurt er natuurlijk steeds van alles dat het evenwicht verstoort.’

‘Ik heb geleerd rustpunten in mijn leven in te bouwen. Ik vind die rust in het fysiek bezig zijn, met yoga en met lopen. Vroeger liet ik dat wel eens schieten omdat ik andere dingen belangrijker vond. Nu komt dat op de eerste plaats, omdat ik het meer dan vroeger nodig heb. Ik merk gewoon dat ik nog niet kan wat ik voor mijn ziekte kon. Ik moet doseren. Ik ben op dit ogenblik zeer vermoeid. De vele interviews voor het boek vragen best veel energie. En we waren onlangs met het gezin in Zuid-Afrika, we hebben er rondgetrokken. Ook daar krijg ik nu de weerbots van. Even dacht ik dat er weer een probleem was met mijn schildklier. Tijdens de bestralingen is die ontstoken geraakt en dat had een grote impact op mijn energiepeil. Ik ben bij de dokter langs geweest voor een bloedonderzoek. Alles is perfect. Hij zei dat ik wellicht nog kamp met de gevolgen van de zware kankerbehandeling: als ik een dipje heb, zal dat dieper zijn dan bij iemand anders.'

Ik heb er vertrouwen in dat ik genezen ben, ook al weet ik dat er een kans is dat ik herval.

'Er zijn dingen die ik niet meer kan, voorlopig toch. Vlak voordat ik ziek werd, had ik een reis door Zuid-Afrika uitgewerkt. De samenwerking met een reisbureau was rond, ik zou meegaan als begeleider. Nu heb ik de draad weer opgepikt, maar een Zuid-Afrikaanse vriendin zal de reis begeleiden. Dat zou voor mij te zwaar zijn.’

‘Ik heb er vertrouwen in dat ik genezen ben, ook al weet ik dat er een kans is dat ik herval. Na mijn revalidatie ben ik in een loopprogramma van het ziekenhuis gestapt. Daar heb ik voor het eerst lotgenoten ontmoet. Een kerngroepje heeft nog steeds contact. Dat is zeer aangenaam, we praten nauwelijks over kanker. Maar er zijn al enkele mensen hervallen, en dat is telkens een klap. Misschien klinkt het naïef, maar ik wil graag geloven dat het mij niet zal overkomen. Het klinisch onderzoek en de bloedcontrole om de drie maanden probeer ik zo gewoon mogelijk te laten passeren. Ik ben er vrij gerust in.'

'Met de MRI-scan om het jaar ligt dat anders. Het duurt een week voordat het resultaat bekend is en ik stel vast dat ik in die periode zeer prikkelbaar ben. De schrik om te hervallen zit er dus toch ergens in, maar ik laat er mijn gedachten niet door domineren. Ik ga ervan uit dat ik vrijgesteld ben.’

Jouw reactie op dit verhaal is altijd welkom. Mail ons via leven@komoptegenkanker.be.

Marjan Meganck

Lees meer verhalen in het magazine Leven

Veel van onze verhalen zijn ook verschenen in het magazine Leven van Kom op tegen Kanker. Abonneer je om geen enkel verhaal te missen!