Chirurgie bij slokdarmkanker

Een operatie bij slokdarmkanker kan alleen als uit zorgvuldig nazicht vooraf blijkt dat je conditie dat toelaat, als de tumor niet door de slokdarmwand doorgroeide in omliggend weefsel (zoals in de aorta) en als er geen uitzaaiingen op afstand zijn.

Helaas is het niet altijd mogelijk om op voorhand met zekerheid vast te stellen of de twee laatste voorwaarden (geen doorgroei in omliggend weefsel en geen uitzaaiingen op afstand) vervuld zijn. Soms blijkt dat pas tijdens de operatie zelf. Als de chirurg dan ziet dat er toch doorgroei of uitzaaiingen op afstand zijn, moet die soms besluiten om niet verder te opereren en een andere behandeling voor te stellen. Dankzij de verbeterde precisie van de beeldvorming gebeurt dat tegenwoordig nog maar zelden.

Keuze ziekenhuis

De chirurgische ingrepen voor slokdarmkanker zijn complex en en vragen een specifieke kennis van het behandelend team. Je overlevingskansen zijn beduidend beter in een ‘ervaren’ ziekenhuis. Daarom wordt in België de chirurgische behandeling van slokdarmkanker geconcentreerd in een beperkt aantal centra voor complexe slokdarmchirurgie. Het gaat om ziekenhuizen die daarvoor een overeenkomst afsloten met het RIZIV en streng gecontroleerd worden. Ze moeten goede cijfers kunnen voorleggen om erkend te blijven als centrum voor slokdarmchirurgie.

Bij de operatie wordt de tumor weggenomen samen met een deel van het omringende weefsel. Ook de lymfeklieren in de omgeving en op afstand van de tumor worden weggehaald. Nadat het stuk slokdarm met de tumor weggehaald is, moet het overgebleven deel van de slokdarm weer met de maag verbonden worden. Daar zijn verschillende technieken voor:

  • Als de slokdarm weggenomen is, wordt het bovenste deel van de slokdarm weer verbonden met de maag. Van de maag wordt een soort buis gemaakt (buismaag), die op de plaats gelegd wordt waar de slokdarm zat.
  • Als de tumor tegen de maag aan zit, wordt vaak ook een groter stuk van de maag (of soms zelfs de hele maag) weggenomen. 
  • Om een verbinding te maken tussen slokdarm en maag, kan een stuk van de dunne darm of dikke darm gebruikt worden.

Bijwerkingen

Een stuk of de hele slokdarm wegnemen, is een ingrijpende operatie waarvoor je wellicht minstens twee weken in het ziekenhuis moet blijven. Na een slokdarmoperatie hebben veel mensen last van vermoeidheid, pijn, misselijkheid en eetproblemen.

Bij een ongecompliceerd verloop kun je al vrij snel na de ingreep gewoon eten met je mond. Je hebt wel sneller een vol gevoel. Daardoor verliezen de meeste patiënten de eerste weken tot maanden vrij veel gewicht. Dat kun je tegengaan door wat vaker kleinere hapjes te eten, vijf tot zes maaltijden per dag. Je voeding moet calorie- en proteïnerijk zijn. Het kan aangewezen zijn om tijdelijk sondevoeding toe te dienen langs een opening in de buikwand (voedingsstoma).

De chirurg zal je in samenwerking met de diëtist en/of logopedist helpen om je voedingspatroon aan te passen tijdens het genezingsproces van je slokdarm en buismaag.

Ontstaan er na een operatie klachten over de passage van voedsel, overleg dan met je arts. Die klachten kunnen te maken hebben met littekenweefsel in de slokdarm. Dat kan met een endoscopie (zie hoger) ‘opgerekt’ worden, waardoor de doorgang weer vrijkomt.

Stel je vraag over kanker

Contacteer de Kankerlijn

Bel 0800 35 445
Nu beschikbaar
Ma-vrij 9-12u en 13-17u
Chat met de Kankerlijn
Nu offline Beschikbaar op 29/04/2024 om 09:00
Ma 9-12u
Woe 14-17u en 19:30-22:30u
Met dank aan prof. dr. Karin Haustermans en prof. dr. Karen Geboes
Laatst aangepast op
Laatst medisch gereviseerd op