Chirurgie bij longkanker

Als de tumor klein is en niet uitgezaaid, wordt bij een niet-kleincellige longtumor meestal voor een operatie gekozen, al dan niet in combinatie met chemotherapie en/of radiotherapie. Kleincellige longkanker wordt zelden geopereerd. Of je geopereerd kunt worden, hangt ook af van je algemene toestand en je longcapaciteit.

Bij de operatie kan een klein stuk van je long weggenomen worden, één longkwab of een hele long. Sommige longtumoren kunnen door hun ligging of door de grootte niet operatief weggehaald worden.

De chirurgische ingrepen voor longkanker zijn complex en vragen een specifieke kennis van het behandelend team. Je overlevingskansen zijn beduidend beter in een ‘ervaren’ ziekenhuis. Het is aan te raden om een ziekenhuis en een chirurg te vinden die veel ervaring hebben met deze operaties. De ziekenhuizen die minder dan tien longkankeroperaties doen per jaar zouden hun patiënten (die in aanmerking komen voor chirurgie) moeten doorverwijzen naar centra waar er meer van die ingrepen gebeuren. Het Intermutualistisch Agentschap (IMA) publiceerde cijfers van het aantal operaties voor longkanker per ziekenhuis. Bekijk de resultaten per ziekenhuis (ppt, p. 5). Ook deze grafiek (copyright De Tijd) toont welke ziekenhuizen de meeste longoperaties doen.

Als een hele long of een deel weggenomen is, vult de vrijgekomen ruimte in de borstkas zich met vocht. Vaak is de hulp van een kinesitherapeut nodig om weer diep te leren ademen en slijm op te hoesten. Het kan weken tot maanden duren voor je je kracht en energie terug hebt. Patiënten bij wie de longen (los van de kanker) niet in optimale conditie verkeren (bijvoorbeeld door chronische bronchitis, wat veel voorkomt bij rokers), kunnen na de operatie kortademig worden.

Bijwerkingen

Voor je geopereerd wordt, bekijken de artsen grondig of dat veilig kan gebeuren. Ze doen allerlei testen om na te gaan of een (stuk) long wegnemen een goede keuze is. Zo proberen ze om kortademigheid na de operatie te vermijden bij patiënten van wie de longen (los van de kanker) niet in optimale conditie verkeren. 

De operatietechnieken zijn de laatste jaren enorm geëvolueerd. Welke techniek de beste keuze is, bespreekt de chirurg samen met het behandelend team en kan van patiënt tot patiënt verschillen. Als een deel van de long is weggenomen, vult de vrijgekomen ruimte zich met resterend longweefsel en soms met vocht. Als een volledige long is weggenomen, vult de borstkas zich met vocht.  

Na de operatie is altijd de hulp van een kinesitherapeut nodig om weer diep te leren ademen en slijm op te hoesten en ook de conditie te verbeteren. Vaak begint de revalidatie al voor de ingreep en wordt ze na de operatie intensief voortgezet. Het kan enige tijd duren voor je je kracht en energie terug hebt. 

Stel je vraag over kanker

Contacteer de Kankerlijn

Bel 0800 35 445
Nu niet beschikbaar
Ma-vrij 9-12u en 13-17u
Chat met de Kankerlijn
Nu offline Beschikbaar op 01/04/2024 om 09:00
Ma 9-12u
Woe 14-17u en 19:30-22:30u
Met dank aan dr. Thomas Malfait
Laatst aangepast op
Laatst medisch gereviseerd op