Chirurgie bij huidkanker (melanoom)

Als de huidarts een melanoom vermoedt, haalt die de vlek weg onder lokale verdoving. Als het na onderzoek van het weefsel een melanoom blijkt te zijn, worden het litteken en de omringende huid meestal uitgebreider operatief weggenomen.

In die tweede operatie wordt een ruimer stuk huid weggesneden, om er zekerder van te zijn dat alle kankercellen weg zijn en het risico op een lokaal herval zo klein mogelijk te maken. De arts herstelt de plaats waar het weefsel weggenomen is. In sommige gevallen is het nodig een stukje huid te transplanteren om de wonde te sluiten. Meestal geneest het litteken vrij snel.

Klierbiopsie

Is er een verhoogde kans dat het melanoom al is uitgezaaid naar de klieren, dan onderzoekt de arts of de lymfeklieren rond het melanoom aangetast zijn. Dat gebeurt in een grondig klinisch onderzoek (palpatie of voelen met de vingers) en een gerichte echografie. Bij tumoren dikker dan 0,8 millimeter en als het klinisch onderzoek en de echografie normaal zijn en bij tumoren dunner dan 0,8 millimeter met zweervorming (ulceratie), is een sentinel- of schildwachtklieronderzoek mogelijk. 

Klieruitruiming

Als uit microscopisch onderzoek blijkt dat de schildwachtklier tumorvrij of maar heel beperkt aangetast is, moeten er niet meer lymfeklieren weggenomen worden. Als de schildwachtklier meer aangetast is, kan het aangewezen zijn de lymfeklieren in de omgeving weg te halen. Dat heet een klieruitruiming. Daarvoor blijf je enkele dagen in het ziekenhuis.

Als de lymfeklieren al abnormaal blijken te zijn bij het klinisch of echografisch onderzoek (gezwollen, hard aanvoelend, meestal pijnloos) moet een volledige uitruiming gebeuren, zonder de tussenstap van zoeken naar de schildwachtklier.

Bijwerkingen

Na een klierbiopsie zijn kleine tot meer ernstige tijdelijke en eventueel ook blijvende ongemakken mogelijk, bijvoorbeeld een zwelling onder het litteken, door onderhuidse vochtopstapeling. Dat is tijdelijk. Na enkele weken werkt het lichaam de zwelling vanzelf weg.

Een mogelijke bijwerking van een volledige klieruitruiming is een gezwollen arm (bij uitruiming van de klieren in de oksel) of vaker van het been (bij uitruiming van de klieren in de lies), door lymfoedeem. Als de lymfeklieren in de hals weggehaald worden, kan dat leiden tot lymfoedeem van gelaat en hals.

Als je arm of voet opzwelt, strak of zwaar aanvoelt of pijnlijk wordt, meld dat dan meteen aan je arts om te laten behandelen. Hoe eerder lymfoedeem behandeld wordt, hoe groter de kans dat de zwelling vermindert of stabiel blijft. Afhankelijk van de ernst en het soort lymfoedeem bekijkt de arts hoe het lymfoedeem behandeld moet worden. 

Na een klieruitruiming is je arm of been ook gevoeliger voor een huidinfectie. Dat leidt tot roodheid, zwelling, ongemak of pijn en koorts. Het is dan aangewezen om snel een antibioticabehandeling op te starten. 

Stel je vraag over kanker

Contacteer de Kankerlijn

Bel 0800 35 445
Nu beschikbaar
Ma-vrij 9-12u en 13-17u
Chat met de Kankerlijn
Nu offline Beschikbaar op 01/04/2024 om 09:00
Ma 9-12u
Woe 14-17u en 19:30-22:30u
Met dank aan prof. dr. Bart Neyns
Laatst aangepast op
Laatst medisch gereviseerd op