'Iedereen die in onze ziekenhuizen terechtkomt, krijgt de best denkbare zorgen, of je nu vermogend bent of het niet breed hebt. Dat heb ik toen aan den lijve ondervonden. Ga dat maar eens zoeken in de Verenigde Staten, om maar één ontwikkeld land te noemen. Maar we moeten er natuurlijk wel voor zorgen dat ons systeem betaalbaar blijft.’
Dankbaar is Torfs ook voor de tweede kans die hij heeft gekregen, want zo voelt zijn snelle herstel voor hem aan. ‘Die tweede kans, daar moet je iets voor terugdoen, is mijn gevoel. Meer dan vroeger besef ik hoe kostbaar het leven is. Ik geniet meer van kleine dingen. Zoals dit bedrijfsfeest bijvoorbeeld, maar ook mijn kinderen zien openbloeien, fijne momenten thuis. Ik probeer bewuster te leven, maar écht anders gaan leven is moeilijk vol te houden. Daarvoor ben ik te gedreven bezig met mijn zaak.’
Die gedrevenheid blijkt ook uit de manier waarop Torfs als bedrijfsleider besluit om te gaan met zijn ziekte. Zijn personeel krijgt het nieuws over zijn diagnose meteen te horen. ‘Dat past bij het soort leiderschap waar ik voor sta’, zegt hij.
‘Open communiceren, kwetsbaarheid tonen, geen maskers opzetten, authentiek blijven. Ik ben erg bezig met het optimaliseren van de werkplek. Ik vraag van mijn personeel dat ze open zijn over wat beter kan, en waar ze mee zitten, dus als mij zelf dan iets overkomt, dan is het maar normaal dat ik dat ook deel. Bovendien moet je een bedrijf zien als een gemeenschap. Van onze gemeenschap van 600 werknemers maken ook 10 à 15 kankerpatiënten deel uit. Ook voor die mensen is het belangrijk dat ik zelf open kaart speel over mijn gezondheidstoestand.’